Spirituele Bloom Fair • Flanders Expo Gent • 23/24 november >

Begroeting als teken van menswaardigheid: een filosofische benadering

Begroeting als teken van menswaardigheid: een filosofische benadering

In iedere cultuur bestaat er een specifieke gewoonte waarmee men de medemens verwelkomt bij aankomst en welvaart wenst bij vertrek. Begroetingen zijn er in alle soorten en maten. We begroeten anderen door de hand te schudden of plakken simpelweg een aantal zoenen op elkaars wang. Ook sluiten we bijna altijd de ontmoeting met een positieve noot af door hetzelfde gebaar te maken bij vertrek. We beseffen het misschien niet altijd, maar telkens opnieuw getuigen dergelijke gebaren van een erkenning van de waardigheid van de gesprekspartner. We drukken hiermee onze openheid en welwillendheid uit door iemand hartelijk te ontvangen en huldigen respect en hoop op weerzien eens de wegen weer scheiden. Zelfs in coronatijden bleek een eenvoudige ellebooggroet daarom onontbeerlijk. Een begroeting is namelijk zoveel meer dan een eenvoudig gebaar.

De groet in het gedrang

”Say hello, wave goodbye”

In het pre-autotijdperk werden de straten voortdurend bewandeld en het gebeurde niet zelden dat een begroeting tussen willekeurige personen een vast patroon was. In uitzonderlijke situaties gebeurt dat nu nog altijd. Knik maar eens naar een onbekende voorbijganger. Vaak genoeg verschijnt er bijgevolg een glimlach op diens gelaat. 'Die glimlach is soms een gepretendeerde wederdienst, maar kan ook spontaan en oprecht verschijnen. Men glimlacht terug door te doen wat er in eerste instantie met zichzelf gebeurt.

Vandaag de dag heeft het stadsplein, de straathoek en de agora (de uitgeroepen ontmoetingsplekken van vroeger) onherroepelijk plaats moeten ruimen voor andere belangen. Het is niet zo dat pleinen verdwenen zijn, of dat er geen straathoeken of cafés zijn tegenwoordig, maar hun betekenis is sindsdien veranderd. Onze pleinen zijn veeleer commercieel ingericht en verzamelen nagenoeg enkel potentiële kopers wanneer er een evenement plaatsvindt. En politiek wordt tegenwoordig niet meer in de agora maar achter gesloten deuren bedreven. We zien af en toe de occasionele flaneur langslopen die gezellig gesprekken aanknoopt met vreemden, maar daar blijft het meestal bij.

Naast de volstrekt gecommercialiseerde aangelegenheden waar we enkel nog sporadisch ons gezicht durven laten zien, is er ook nog een andere reden dat we niet meer spontaan met mensen aan de praat raken op openbaar terrein zoals Socrates en Jezus ooit deden. Straten zijn haast uitsluitend voorbestemd voor auto’s, zij zijn zo efficiënt mogelijk aangelegd waardoor er zo weinig mogelijk contact gemaakt hoeft te worden met voorbijgangers. De instrumentele rationaliteit die daaraan ten grondslag ligt is een denken uitsluitend in termen van middel en doel. Maar ten koste van wat? Dergelijke omstandigheden scheppen langzamerhand wellicht xenofobische of panische teneuren waardoor de kans bestaat dat de oprechte en doelloze begroeting eensklaps vergeten wordt.

De intellectueel

Het is een privilege om als intelligent bestempeld te worden door menigeen. Soms lijkt het wel alsof de eigen waarde vasthangt aan de mate van intelligentie. Op de achtergrond heerst er een onuitgesproken verbond dat stelt dat een van de algemene doelstellingen van ‘de mens’ erin bestaat een intellectueel te worden. En dat zijn we tegenwoordig ook allemaal, onze westerse wereld stikt van slimmeriken gewapend met scherpzinnige humor. Maar het is niet voor niets dat de oude filosoof Aristoteles ooit opteerde voor het tragische boven het komische. De doorsnee tragicus treurde vanwege bepaalde ethische omstandigheden die met elkaar in conflict waren. Hij treurde wanneer elke keuze die hij kon maken een verkeerde was.

De comedicus daarentegen schaterde met alle omstandigheden omdat alles uiteindelijk altijd weer goed kwam. In een blijspel werd door de toeschouwers verwacht dat de, op het eerste gezicht, schrijnende toestand waarin een toneelspeler zich bevond, in wezen slechts een schijnprobleem was. Het had niet zoveel nood aan catharsis, het medegevoel met personages, omdat alles wat in de komedie verkeerd liep toch weer goed zou komen. In het treurspel was daarentegen die catharsis cruciaal omdat de toeschouwer zich daardoor inleefde in de innerlijke conflicten van de tragische held(in). De tragedie liet de toeschouwer op gevoelsmatige basis kennismaken met de noodwendigheden die in het dagelijkse leven ook voorkomen zoals hartverscheurende keuzes of ruzies die ongewild uit de hand lopen.

De hedendaagse intellectueel is het tegenovergestelde van wat Aristoteles verdedigt, het tragische primeert niet langer het komische. Figuurlijk gesproken wordt de begroeting niet nederig ontvangen maar potsierlijk weggewuifd. Wie uiterst scherpzinnig is en de neiging heeft om te denken dat alles niet zo erg is, staat daardoor te weinig stil bij het tragische aspect van ieder mensenleven. Menswaardigheid wordt daardoor herleid tot slechts een kwestie van verantwoordelijkheidszin. We beoordelen mensen vaker en sneller in plaats van ons in te leven in hun verhaal. De typisch existentialistische leuze uit de jaren tachtig ‘ik ben wat ik doe’ wordt daardoor al te letterlijk genomen. Eén ding spreekt alsnog boekdelen: de universeel vigerende ‘menswaardigheid’, die zich overigens het meest pertinent onthult in een groetend gebaar, wordt gerelativeerd van zodra de lach het treuren ondermijnt.

Gegroet iedereen

”Always give a word or sign of salute when meeting or passing a friend, or even a stranger, if in a lonely place. - Tecumseh”

Iedereen is een buiging waard, althans is dat een aannemelijke gedachte die we in wat volgt zullen illustreren aan de hand van twee prangende voorbeelden.

  • Zo begroette de Duitse schrijver Franz Kafka zijn blinde vriend Victor Baum bij aanvang van iedere ontmoeting met een buiging. Daarmee toonde hij respect zonder dat zijn vriend daarvan gewaar was. Een pientere geest zal al snel sarcastisch gewag maken van de onzinnigheid van Kafkas gebaar. Niettemin miskent men daardoor het onnoemelijke respect dat Kafka huldigt voor zijn vriend. Zijn handeling vloeit spontaan voort uit de waardering die hij voor hem koestert.
  • Iets gelijkaardig doet zich voor bij een boeddhistische monnik die, telkens wanneer hij een Boeddhabeeld passeerde, zijn hoofd eventjes vooroverboog. Een slimme vogel die hem kwam opzoeken gaf de opmerking dat het onnodig was een beeld te begroeten omdat het boeddhisme geen god(en) erkent. Maar de monnik antwoordde met een glimlach het volgende: ‘ofwel spuug ik op hem, ofwel maak ik een teken van eerbied.’ In de woorden van Martin Buber: “Wij groeten wie ons tegenkomt door hem goeds toe te wensen of hem van onze genegenheid te verzekeren of hem God aan te bevelen. Maar wat zijn deze afgesleten formules indirect […] vergeleken bij de eeuwig jonge, lijfelijke relatiegroet van de Kaffer: ‘Ik zie je!’ of de Amerikaanse variant daarvan, het lachwekkende en sublieme: ‘Ruik mij’.”

Heilig en waardig

De notie van menswaardigheid is oorspronkelijk gefundeerd op een religieuze grond. Het onderstreept de gedachte dat ieder mens zonder uitzondering behoort tot een morele gemeenschap. Beschouwd vanuit monotheïstisch oogmerk, staat ieders naam ‘geschreven in de palm van Gods hand’, dit werd onder meer beklemtoond doordat de gelovige de ander op rituele wijze begroette. Uiting van erkenning nopens menswaardigheid is een sociaal gebeuren en blijft enkel slechts daardoor haar intrinsieke waarde behouden. Wat men door de symbolische groet heimelijk te berde brengt is dat men de ander hoog in het vaandel draagt.

Indachtig het voorgaande sluiten we af met een fragment van Vlaams filosoof Herman De Dijn: “Wat is precies […] ‘heiligheid’, de glorie van het mens-zijn? Ze wordt paradoxaal genoeg vooral zichtbaar en tastbaar in de nietigheid en kleinheid, in de ‘nederigheid’ van de mens. Humilitas verwijst naar wie of wat niet boven de aarde (humus) uitrijst, wie tot de aarde zal terugkeren (humare: begraven). Humanitas komt van humu natus, geboren uit de aarde, eruit oprijzend, er tegelijk bovenuit stijgend als de waterlelie uit de modder van de vijver. Als dat glorievolle wezen geknakt, gekwetst, vernederd wordt, dan vooral moeten we het eerbiedigen, zoals we doen met de doden, zoals we doen in de zorg voor zieken en gekwetsten.”

Vond je dit een boeiend artikel en wil je meer artikelen?

Abonneer je nu en ontvang één jaar lang alle edities van Bloom. Bespaar €20 en geniet van de voordelen.

Reacties

Een account is verplicht om te reageren. Log in of registreer je nu

Inloggen / registreren
Recente editie

Word een Bloom’er

  • >

    8 edities van het Bloom-tijdschrift op jaarbasis

  • >

    toegang tot alle leesartikelen uit het Bloom-tijdschrift + extra leesvoer

  • >

    EXCLUSIEF! bereken en lees (on)beperkt persoonlijke geboortehoroscopen

  • >

    kortingen op geselecteerde producten in de BloomShop

  • >

    unieke themahoroscopen: je Jaarhoroscoop 2024, Ascendanthoroscoop 2024-2025, je Chinese horoscoop 2024,...

Nieuwsbrief

Meld je aan voor de nieuwsbrief van Bloom en geniet 5% korting in de Bloom Shop.
Wekelijks ontvang je inspirerende leesartikelen, promoties en zoveel meer.
De kortingscode ontvang je in je mailbox.
Have a magical day!
Bloom