Het Magische Hert en de dromen van de Dwaas

Door een noodlottig bezoek van de Grote Kwade Keizer verloren alle inwoners van Meetjesland hun vermogen om schoonheid te waarderen. Meer nog: ze schuwden het. Totdat er een kind met grote ogen geboren werd, dat niet blind was voor al het moois dat het land te bieden heeft. Een opkomende zon, de vlekkerige koeienvacht, het gezicht van zijn moeder… Maar niemand die hem begreep. Op een dag, als jonge knecht, dwaalde hij af naar het bos, en aanschouwde het mooiste wat hij ooit had gezien in z’n jonge leven: het Magische Hert. Het begin van ongelovige blikken, een interessant gesprek van de Bard en een bijzonder avontuur.

Zijn missie is duidelijk, de Dwaas moet op zoek naar het Magische Hert. Tijdens dit magische avontuur komt hij in aanraking met alle archetypes die we kennen uit de Tarot. Zo krijgt het speelse verhaal, toegankelijk voor kinderen vanaf 10 jaar, meteen een diepere betekenis, waardoor het ook de moeite waard is voor volwassenen. Het boek vangt aan met de hamvraag: is magie echt? Zijn je dromen echt? Of bestaat dit allemaal slechts in onze verbeelding? Het antwoord kunnen we je al verklappen: als jij het ziet, of het wil zien, dan is het echt.

De Dwaas ontdekt dat de wereld vroeger uit één groot paradijs bestond, vol magische wezens en schoonheid, de elfenwereld. Maar de mens eiste steeds meer ruimte op, met zijn grootheidswaanzin en gretigheid, tot dat er slechts nog een stukje elfenwereld overbleef. Het Magische Hert besloot om een ondoordringbare poort te creëren, zodat tenminste dit laatste stukje paradijs beschermd zou blijven. Dit verhaal klinkt als een mythe, een leuk sprookje, verzonnen voor kinderen, maar niets is minder waar.

Wanneer een schijnbaar boze heks het Meetjesland teistert, neemt de Dwaas het op zich om naar de tovenares op zoek te gaan en haar een halt toe te roepen. Daarbij wordt hij vergezeld door de ridder, en het wordt al snel duidelijk dat ze elkaars hulp meer dan nodig hebben om hun doel te bereiken. Dit is nog maar de eerste wijsheid die we als lezer voorgeschoteld krijgen. Doorheen het verhaal komen thema’s zoals jaloezie, overspel, schuldgevoel, vriendschap, loslaten, afscheid, vertrouwen, geloof… ruimschoots aan bod. Het verschil is dat ze verschuild zitten achter speelse doch herkenbare personages en dat de auteur niet als doel heeft je de les te spellen. Je wordt meegevoerd door de Dwaas, zijn reisgenoten en zelfs zijn vijanden, en elk hoofdstuk laat je hunkeren naar meer.

De wereld die Clark Gillian beschrijft is zo gedetailleerd, waardoor het lijkt alsof je deze plaatsen écht hebt bezocht. Je herkent overduidelijk de gelijkenissen tussen het kind met de grote ogen dat rimpelingen veroorzaakt in de sluier tussen de elfen- en mensenwereld en daarna teruggefloten wordt door zijn vader en wordt aangemaand om ‘een brave jongen te zijn’ enerzijds en de hedendaagse samenleving waarin kritische stemmen en creatieve geesten worden geschuwd omdat het toch maar beter lijkt om niet te veel opschudding te veroorzaken anderzijds. Er borrelt iets in de koninkrijken van deze mythische wereld, net zoals er bij ons op aarde verandering in de lucht hangt. Wanneer worden de geheimen onthuld en vallen de maskers af? De enige manier om het te weten te komen, is door dit prachtig boek te lezen.